Er zit beweging in de stikstofdiscussie. Nu de tijd verstrijkt na het vernietigende Raad van State-oordeel over de PAS, het beleidsinstrument om ecologie en economie met elkaar te verzoenen, worden er steeds meer vragen gesteld. Daarbij gaat het ook over Natura 2000 als geheel. De mogelijkheid doemt op om het natuurbeleid te bevrijden uit het klemmende keurslijf van enkel soorten- en habitatbehoud. De natuur is gebaat bij een ruimere visie met meer oog voor dynamiek en beweging. De rijksnota Natuurlijk Verder uit 2014 gaf daartoe al de richting aan.
Een deel van de vragen gaat erover wie verantwoordelijk is en of die dit niet had kunnen zien aankomen. Misschien komt er een antwoord, maar dat gaat ons niet uit de impasse helpen waarin we verzeild zijn geraakt. Want laten we wel wezen: als de PAS eerder onderuit was gehaald, waren we alleen maar eerder in die impasse terecht gekomen.
– Nieuwe afweging
Andere vragen halen meer overhoop maar bieden ook meer uitzicht op een uitweg. Die gaan erover hoe er in samenspraak met Brussel een natuurbeleid kon worden geformuleerd dat na verloop van tijd grote delen van juist onze Nederlandse economie lam zou kunnen leggen. Er zijn sterke aanwijzingen dat dat is gebeurd in het schemerdonker van de ambtelijke werkgroepen die zich in de jaren ‘00 bezig hielden met juist onze invulling van Natura 2000. Het gaat dan over de aanwijzing van soorten, gebieden en habitats. Dat hebben we destijds overgelaten aan ecologen. In hun enthousiasme zijn die vervolgens veel verder gegaan dan door de EU gevraagd, en soms ook verder dan de regels van Natura 2000 toelieten (door bijvoorbeeld gebieden aan te wijzen op grond van de aanwezigheid van habitats die er niet waren). De belangrijkste aangever van dit inzicht, natuurwetgevingsconsultant Nico Gerrits, heeft al gesuggereerd dat het niet moeilijk is om zulke aanwijzingen, die niet in de frisse wind van de publieke discussie hebben gestaan, te schrappen. Daar is volgens hem geen toestemming van de EU voor nodig. Dat biedt perspectief op de nieuwe, publiek toegankelijke afweging die ik in mijn vorige blog voorstelde, waarbij de maatschappelijke gevolgen op z’n minst worden méégewogen.
– Meer visies op natuur
Mooi. Maar in die publieke discussie zullen de hazen toch wel weer hetzelfde lopen als nu. Veel mensen zullen zeggen: het gaat slecht met de natuur, de natuur is ziek, dus aan die stikstof moet een drastisch halt worden toegeroepen. Dat komt doordat zij, net als de Natura 2000-wetgeving en veel ecologen, uitgaan van een smalle basis om de toestand van de natuur te beoordelen: gaat het goed met een aantal kwetsbare habitats en soorten, dan gaat het goed met de natuur, gaat het minder met die soorten dan is de natuur ziek. Maar dat is maar één van de manieren waarop je naar natuur kunt kijken, zoals wetenschapsjournalist Joost van Kasteren al schetste in het hoofdstuk over natuurbeleid van het boek ‘Metamorfose’, dat ik met hem schreef[1]. En het is een zwaarmoedige manier, wanneer je in een almaar drukker land als Nederland woont. Als je dan ook nog, zoals de nationale uitwerking van Natura 2000 doet, je ‘streefhabitats’ ontleent aan de landbouw op arme gronden aan het begin van de twintigste eeuw, wordt het zelfs krampachtig. Natuur is immers véél meer dan alleen die klassieke habitats en soorten. Voor de meesten van ons is natuur ook wild, spontaan, veranderlijk, ongestuurd, veelzijdig, verrassend en beweeglijk groen, mooi en prettig om in te verblijven. Dat geldt als er zeldzame soorten of habitats een plek in vinden, maar evengoed wanneer dat niet het geval is. Als je zo naar natuur kijkt zou bescherming in de eerste plaats het beschermen moeten inhouden van de oppervlakte, de ruimte en de voorwaarden voor de natuur om te kunnen bewegen en zich te ontwikkelen, zich aan te passen aan veranderende omstandigheden, waarbij een plantje of habitat soms hier verdwijnt om op een andere plek weer de kop op te steken. Deze kijk op natuur past veel beter bij een land als Nederland, waar je de natuur onmogelijk los van de samenleving kan zien.
– ‘Natuur geen hindermacht’
Precies die visie schetste de rijksoverheid dan ook in de laatst verschenen nota op dit gebied, ‘Natuurlijk Verder’, in 2014 uitgebracht onder PvdA-staatssecretaris Sharon Dijksma. We moeten ‘naar een robuuste en veelzijdige natuur, die de invloed van de samenleving niet alleen kan verdragen maar daar juist ook bij kan gedijen,’ staat daar in. En: het is van belang ‘om het beeld van de natuur als hindermacht in te ruilen voor een beeld van natuur als bron van maatschappelijke en economische ontwikkeling.’ Voor de overheid betekent dat ‘meer aandacht voor natuurlijke systemen en voor de landschappelijke schaal, zodat er minder focus nodig is om specifieke soorten en habitats te behouden op de plaats waar ze eerder zijn aangetroffen.’ Zo ontstaan ‘betere kansen voor een sterke natuur en voor een meer ontspannen samengaan met maatschappelijke en economische ontwikkelingen. Het gaat er niet om de laatste vleermuis te redden, maar om te investeren in gezonde natuur, voor mensen, planten en dieren.’
– Schoonheid, gezondheid en veelzijdigheid
Het is nog maar vijf jaar geleden dat deze brede visie van de rijksoverheid werd gepresenteerd en nu, nu we hem nodig hebben, lijkt het alsof iedereen hem is vergeten. Toch kunnen we niet zonder zo’n dynamische kijk op natuur als we in voorwaartse richting uit de huidige impasse willen komen. Daarmee is niet gezegd dat we dan maar moeten stoppen met het beschermen van kwetsbare soorten en habitats, en ook niet dat we ons over stikstof verder geen zorgen hoeven te maken. Dat beschermen is nog steeds de moeite waard, vooral als het om Europees bedreigde soorten of habitats gaat. Maar we hoeven er niet zo krampachtig mee om te gaan als nu gebeurt, en we moeten de toestand van de Nederlandse natuur niet alleen daarop beoordelen. Daar mogen we gerust de schoonheid, gezondheid en veelzijdigheid bij betrekken die we allemaal regelmatig in onze Nederlandse natuurgebieden kunnen waarnemen[2]. En op het Nederlandse platteland, for that matter.
– Visie met oog voor dynamiek en beweging
Laten we het natuurbeleid bevrijden uit het klemmende keurslijf van enkel het behoud van soorten en habitats. De natuur is gebaat bij een ruimere visie met meer oog voor dynamiek en beweging. De samenleving schiet ermee op als niet het hele raderwerk meteen wordt stilgelegd bij stikstofdepositie x of y. En de boeren kunnen zich, mogelijk met extra stikstofmaatregelen, blijven ontwikkelen en bijdragen aan een gezond en welvarend platteland.
[1] Martijn de Groot en Joost van Kasteren: ‘Metamorfose; Hoe Wageningen wereldtop werd’. Wageningen, WAP, 2018. Het boek lijkt uitverkocht te zijn, pdf bij mij op te vragen.
[2] Ik doe dat zelf vaak. Zie mijn Instagramaccounts @martijn2051 en @martinus2051.