Mijn nieuwste ‘schrijfproduct’

Stel, u heeft vanavond gekookt. Voor vrienden misschien, of voor uw vrouw en kinderen. Zegt u dan, terwijl u de pannen op tafel zet: ‘Kijk eens. Ik hoop dat mijn kookproduct jullie smaakt.’? Ik denk het niet. Waarom zeggen de spoorwegen dan wel ‘U kunt uw reisproduct afhalen bij de automaat op het perron?’

NS-productenHet blijft raden. Want waarom zou je de klant niet gewoon vertellen dat hij zijn abonnement kan ophalen, of zijn kortingskaart? Zoals je ook aan tafel spreekt over het eten dat je hebt gekookt?

Ik gebruik dat eetvoorbeeld niet voor niks. Mijn stelregel is: schrijf geen formuleringen op die je thuis aan de keukentafel niet zou gebruiken. Je zou bijvoorbeeld niet tegen je gasten zeggen ‘Let we met het toetje aanvangen.’ Schrijf dan ook niet op ‘Het onderzoek is aangevangen.’

Hoe goed die stelregel ook is uit te leggen, in de praktijk wordt hij met voeten getreden. Het woord ‘product’ is er een schrikbarend voorbeeld van. De bank biedt u zijn ‘spaarproducten’ aan. Pensioenfiscalisten vragen uw aandacht voor een ‘adviesproduct’ en ja, het ziekenhuis stuurt een rekening voor zijn ‘zorgproducten’. Hoe minder tastbaar het onderwerp, des te liever spreken de aanbieders van hun ‘product’. Ik heb bijvoorbeeld nog nooit een patatbakker gezien die zijn ‘frituurproduct’ aanprijst. Maar ik zie wel een hogeschool die zijn studenten hun vakken laat afsluiten met een ‘beroepsproduct’, de Protestantse Kerk Nederland die meer mensen naar zijn ‘product’ de Kerstnachtdienst wil lokken, en de datingwebsite Second Life die geen interview op de radio wil omdat haar ‘product’ dan in diskrediet kan worden gebracht. Zelfs in de politiek worden tegenwoordig producten voortgebracht. Staatssecretaris Dijksma schrijft bijvoorbeeld aan de volksvertegenwoordiging dat ‘uw Kamer binnenkort andere producten zullen worden toegezonden.’

Gisteren kreeg ik een rekening van Park-Line, een bedrijf dat het mogelijk maakt om telefonisch je parkeergeld te betalen. Minder tastbaar kan het bijna niet. Toch stond er een overzicht van ‘producten’ op de factuur: ‘Parkeren 2,85; abonnement 2,50’. Nu kan je je bij een abonnement misschien nog een card voorstellen. Oudere mensen kunnen eventueel aan een kartonnen kaartje met stempels denken. Maar probeert u zich nu eens in te denken hoe ‘parkeren’ een product kan zijn. Daar is niet uit te komen, toch?

Mijn voorstel: laten we een verzekering weer een verzekering noemen, een enkele reis een enkele reis, een beleidsnota een beleidsnota, en een parkeervergoeding een parkeervergoeding. Dan noemen we alles wat uit een fabriek komt, of van een boerderij of tuinbouwbedrijf: een product. Lekker ontspannen. En dan zal ik mijn blogpost ook nooit meer een schrijfproduct noemen.