En opeens is het dan stoer geworden om de Nederlandse boeren zonder blikken of blozen de wacht aan te zeggen. ‘Koeien of huizen,‘ roept Groen Links openlijk, terwijl we weten dat er vele honderdduizenden nieuwe huizen nodig zijn. Bij D66 is inmiddels het mantra geworden dat de veestapel gehalveerd moet worden. Andere partijen nemen dat over, en binnen het ministerie van LNV circuleert een voorstel van consultants om veehouders gedwongen uit te kopen. Minder linkse politieke partijen zijn wat gematigder, maar bijna niemand durft rechtop voor deze oprukkende tankcolonne te gaan staan. In de kabinetsformatie wordt dat belangrijk. Als één partij iets wil om zijn gehechtheid aan natuur en klimaat te tonen, en de anderen durven er niet tegen te zijn, dan gaat het gebeuren. Dat zou echter een historische fout zijn. Niet alleen omdat onze boeren er groot onrecht mee wordt aangedaan, maar vooral omdat de argumentatie erachter van geen kant deugt. Inkrimpen van de veestapel en geforceerd terugdringen van het aantal boeren is zinloos en dom.
Het idee om koeien, varkens en boeren terug te dringen steunt op twee alarmerende overwegingen plus een bonusoverweging: klimaat, natuur en dierenwelzijn. Dat soort overwegingen is sowieso moeilijk te bestrijden want niemand wil graag te boek staan als degene die vindt dat de natuur of de aarde wel ten onder mogen gaan. Als je er dus niet al te veel verstand van hebt ben je al gauw geneigd om voor de toekomst van de wereld achter degenen aan te lopen die zeggen haar te kunnen sparen. Zo is dat met vele kiezers en verkozenen, maar veehouderij en zuivel dreigen intussen wel desastreus te worden getroffen. En het ergste is nog dat de voorgestelde maatregelen weinig of niets bijdragen aan de doelen waarvoor ze bedoeld zijn. We lopen de drie overwegingen even langs.
– Klimaat wordt er alleen maar slechter van
Eerst het klimaat. Vooral aan koeien wordt daarin een grote rol toegeschreven als uitstoters van het broeikasgas methaan. Die rol is jarenlang dramatisch overdreven met een soortgelijke redenering als die vaak voor vlees en water wordt gevolgd: de productie van een kilo vlees zou tot zelfs 15000 liter water ‘kosten’. Zoals dat water bij de natuurlijke kringloop hoort en gewoon weer terugkomt op de grond, in de sloot en in het riool, zo geldt dat ook voor koeienmethaan[1]. Maar laten we er hier vanuit gaan dat er toch nog een deel in de atmosfeer blijft, en dat we dat niet willen. Is het dan zinvol om koeien of bedrijven op te ruimen? Stel nu eens dat we erachter zouden komen dat vrachtauto’s een slechte invloed hebben op milieu en klimaat. Zouden we er dan mee geholpen zijn de DAF-fabrieken in Eindhoven te sluiten? Nee, want de DAF-fabrieken in België, Brazilië of Taiwan zouden de productie overnemen, in het beste geval, en anders zouden concurrenten als Mercedes of Scania dat wel doen. Verlies voor de Nederlandse werkgelegenheid: 6500 arbeidsplaatsen. Winst voor het klimaat: nul, want vrachtauto’s zullen blijven rijden. Zo betekent ook het halveren van de veestapel of het aantal boeren in dit land niets meer of minder dan vrijwillig een stukje van de wereldproductie weggeven aan andere landen. Het klimaat wordt daar niet beter van maar zelfs slechter: melkveehouderij is daar vrijwel altijd minder efficiënt en vergt meer koeien per kilo product dan hier. Doelloze zelfvernietiging is het, onder de vlag van een reddingactie voor de aarde. En dat terwijl er goede maatregelen voorhanden zijn die het klimaat wèl helpen, zoals dezer dagen professor Rudi Rabbinge nog eens naar voren bracht.
– Stikstof: schieten met een kanon op een mug
Dan de stikstofcrisis. Hier ligt het probleem net iets anders: bij natuur en klimaat staat volgens velen de toekomst van de aarde op het spel, bij milieu de leefbaarheid van onze directe omgeving, maar bij stikstof gaat het over het soort natuur dat we graag om ons heen zien. Dat is een belangrijke kwestie maar werkelijk van een totaal andere orde dan de andere twee. Meestal wordt gesproken over ‘de natuur’ die wordt bedreigd, achteruit kachelt of in een deplorabele toestand verkeert. Het is echter niet ‘de natuur’ waar net slecht mee gaat door stikstofdepositie maar een relatief klein aantal zeldzame plantjes, vooral omdat het dankzij stikstof juist weer goed gaat met andere, concurrerende plantjes. Ik zeg niet dat die plantjes niet belangrijk zijn, integendeel. Maar ik zeg wel dat daarvoor gericht, plaatselijk maatwerk nodig is in plaats van draconische maatregelen die als een verstikkende deken over het hele land worden gegooid. En ik zeg ook, kortheidshalve, dat bij het beschermen van het laatste zeldzame plantje op deze plek de vraag heel redelijk is welke prijs daarvoor betaald moet worden als het op een andere plek nog goed gedijt. Als het zo ver komt dat het voortbestaan van hele sectoren – de veehouderij, de bouw – op het spel wordt gezet móét op die vraag een antwoord komen. Zolang dat er niet is, zou het onvergeeflijk schieten met een kanon op een mug zijn om maar alvast te beginnen met het ruimen van de veestapel en het opdoeken van bedrijven.
– Halveren veestapel brengt niet meer vegetariërs
En tenslotte de bonusoverweging, het opkomend vegetarisme en de bestrijding van dierenleed. Wat het laatste betreft: Nederlandse koeien hebben het verreweg het beste van alle gehouden dieren, inclusief huisdieren die maar al te vaak hun dagen moeten slijten in een kooi of hok, of op een laminaatvloer van zoveel vierkante meter. En wat het eerste betreft: vegetarisme en veganisme zijn toch vooral denkstromingen die uitgaan van het individu dat ervoor kiest. Je kan dat stimuleren of niet, maar het gaat in elk geval niet helpen om de veestapel of het aantal boerenbedrijven te reduceren. Echt helemaal niet.
– Help boeren om natuur en klimaat te helpen
Zo zijn dus de drie drijfveren achter het moderne leerstuk van de halvering van de veestapel eigenlijk alle drie ongeldig. Ze hebben ofwel in het geheel niet, ofwel bijna niet de beoogde uitwerking voor klimaat, natuur en dierwelzijn. Maar ze hebben wel een vernietigende uitwerking op de toekomst van de veehouderij en van de boeren die met dat bedrijf ons land al heel lang mede hebben gevormd en opgebouwd. Ook nu nog hebben boeren een bepalende invloed op het landschap en de groene ruimte die voor ons allemaal de plek zijn waar we van frisse lucht, vrij uitzicht en landschap in wisselende seizoenen kunnen genieten. Tegen lage kosten, ook nog.
Politici, doe het niet! Laat je niet meesleuren in deze ongefundeerde modegril! Doe iets dat helpt. Maak het voor boeren mogelijk hun bedrijven nog meer in dienst van natuur en klimaat te stellen in plaats van ze hun broodwinning te ontnemen.
[1] Zie bijvoorbeeld een recente column van voedseltwitteraar Mark Soetman in Distrifood