LTO Noord communiceert duurzaam

Van de lente word je vrolijk, helemaal in de Bollenstreek. Het is er druk met fietsers, wandelaars en automobilisten die de bermen opzoeken om foto’s te maken of een boterham te eten. Onderweg naar huis kon ik het vorige week niet laten me tussen die genietende passanten te mengen. En daar wachtte me een verrassing.

Verjongde infozuil bij Noordwijkerhout
Verjongde infozuil bij Noordwijkerhout (Z.H.)

Rijdend door deze omgeving denk ik vaak aan mijn tijd bij de voormalige Westelijke Land- en Tuinbouworganisatie WLTO. En op de plek bij Noordwijkerhout waar ik deze keer uit de auto stapte, denk ik soms in het bijzonder aan het 150-jarig bestaan van de Hollandse Maatschappij van Landbouw, een van de voorgangers van de WLTO. Daar staat namelijk een van de honderd informatiezuiltjes die bij dat jubileum door heel Noord- en Zuid-Holland werden geplaatst. Als communicatieman van de WLTO was ik in 1997 een vurig pleitbezorger van die zuiltjes. Ze waren van het soort sectorcommunicatie waar ik heil in zag: streven naar betrokkenheid van het publiek bij je bedrijvigheid en een gevoel van verwantschap met de land- en tuinbouw stimuleren. Hier gebeurde dat door passanten een blik achter de landschappelijke coulissen te bieden, precies op het moment waarop ze daarvoor open staan.

Daarom werden die zuiltjes neergezet op plekken met een tafel of een bank, met uitzicht op het agrarisch landschap. Elke infozuil bood zijn eigen specifieke informatie, over dàt landschap en wat zich daarin afspeelde. Dat was een relatief dure aanpak. Honderd identieke zuiltjes met een mooie tekst over de land- en tuinbouw in het westen van het land zouden veel goedkoper zijn geweest, maar dan zou je net de kans missen om die fietser of wandelaar op dat moment op die plaats te vertellen waar hij naar kijkt.

Eerstegeneratie infozuil doet zijn werk bij Vogelenzang (N.H.)
Eerstegeneratie infozuil doet zijn werk bij Vogelenzang (N.H.), circa 2003

Zo’n kostbaar project doe je niet elk jaar, maar als je het wel doet is het in mijn ogen een voorbeeld van duurzame, want beklijvende, communicatie. De financiering kwam rond en de zuiltjes verschenen, mede door de inzet van de plaatselijke bestuurders die natuurlijk precies wisten waar iets te melden viel en wat. Nog jaren later, toen ik al lang niet meer bij de WLTO werkte, trof ik de infozuilen op allerlei mooie plekken in het agrarisch landschap als ik daar met mijn gezin doorheen fietste.

De blijdschap daarover werd in de loop van de tijd wel minder. Het leek erop dat de follow-up er vaak bij inschoot. De informatieplateaus begonnen te verweren, het logo van de WLTO werd na de fusie in 2005 niet vervangen en de informatie werd niet geactualiseerd. Zal wel te duur zijn, dacht ik altijd. En: voortgekomen uit één van de drie fusiepartners, dus niet boeiend voor de andere twee. Maar ik rekende buiten de waard, en dat was dus de aangename verrassing op die prachtige lentedag. Op de oude groene standaards bleken nieuwe plateaus geplaatst, mèt informatie over de plek waar ze op uitkijken. Ik zag er die dag twee. Later kwam ik er echter dat er elders in Noord-Holland al sinds eind 2011 informatieplateaus worden vervangen.

Dat word ik blij van. Natuurlijk omdat mijn oogappelproject is gereanimeerd. Maar vooral omdat de land- en tuinbouw dit type communicatie nodig hebben. De mensen willen dichtbij de bron van hun eten en drinken staan, dat zie je overal om je heen. Aan de slow food en local for local denkstromingen bijvoorbeeld, en aan het grote aantal kookboeken en websites over goed voedsel. Dan is het voor de sector urgent om op haar manier aan die behoefte tegemoet te komen. Als je dat kan doen door te informeren op een tijd en plaats waarop de mensen er open voor staan, is dat een kans voor open doel en die kans heeft LTO Noord hier benut. Santé!