De geloofwaardigheid van een ‘grandioze primeur’

Een ‘grandioze primeur’ stelt De Nationale Opera me op 9 augustus in het vooruitzicht. Als operaliefhebber heb ik me geabonneerd op hun emailnieuwsbrief. Dit moet wel iets bijzonders worden, gaat er door me heen. Maar kan een primeur grandioos zijn, en kan je een kleine maand van te voren al weten of dat zo is?

Aankondiging door De Nationale Opera
Foto bij aankondiging door De Nationale Opera

Ik moet denken aan een regel die ik zelf hanteer bij teksten en communicatieadviezen: aandikken van een positief oordeel gaat vaak ten koste van het effect, en als het over je eigen prestaties gaat komt het de geloofwaardigheid ook niet ten goede. Mijn klanten geloven dat niet altijd meteen, overtuigd als ze zijn van de kwaliteiten van hun product. Ze willen niets liever dan hun doelgroep daar deelgenoot van maken. Toch houd ik dan vaak vol. Eén: je wil effect en twee: daarvoor moet je geloofwaardig zijn.

Effect bereik je meestal beter zonder overtreffende trap dan mèt. Je bent bijvoorbeeld overtuigender wanneer je als toeschouwer zegt: ‘Het was een prachtige voorstelling’ dan wanneer je uitroept: ‘Het was een heel erg prachtige voorstelling’. Door ‘heel erg’ toe te voegen wordt de werking van het woord ‘prachtig’ minder.

Geloofwaardigheid bereik je door zakelijk en informatief te blijven, vooral als het over eigen roem gaat. Je kan dus beter schrijven dat je een primeur hebt, dan dat je een ‘grandioze primeur’ hebt. De lezer weet in het eerste geval dat je iets brengt wat nog niemand anders heeft gebracht. In het tweede geval krijgt hij vooral de indruk dat je nogal ondersteboven bent van je eigen prestaties.

De Nationale Opera heeft hier bij zijn aankondiging misschien niet aan gedacht. Geen man overboord natuurlijk, maar het houdt hier niet op. Een week voor de première krijg ik een tweede mail. Daarin wordt de uitvoering van de Gurre-Lieder van Arnold Schönberg – want daar gaat het hier om – niet alleen een ‘grandioze primeur’ genoemd maar ook nog een ‘absolute primeur’ èn een ‘once-in-a-lifetime wereldprimeur’. En, zo wordt er voor de zekerheid aan toegevoegd, hij wordt ‘voor het allereerst’ uitgevoerd.

En nog heeft de cultuurtempel zijn kruit niet verschoten. Drie dagen na de premiere, op 5 september, word ik opnieuw per email bijgepraat: de uitvoering van de Gurre-Lieder is nu een gigantische primeur. Deze keer staan er ook, zoals het hoort en van nature heel effectief – de lovende kwalificaties bij van recensenten: fantastisch, kippenvel, magistraal, wonderbaarlijk’. Ik denk dus wel dat het een mooie voorstelling is geweest. Maar kunt u zich voorstellen dat ik intussen een beetje murw was en dat deze nieuwe, op zichzelf geloofwaardige, golf van loftuitingen nu als water van een eend van me afgleed?