Weidevogels 3: Spinozaprijswinnaar uit de bocht met blame-the-farmer-denken

‘Beheers die reflex om de boeren de schuld te geven,’ zei ik in mijn eerste blog over de weidevogelstand. De inkt was nog niet droog of een nieuw voorbeeld van ongegeneerd blame-the-farmer-denken drong zich op. Opnieuw uit wetenschappelijke hoek.

Tweehonderd mensen kwamen deze week naar het hoofdstedelijke Pakhuis de Zwijger, voor een bijeenkomst over Weidevogels in de Amsterdamse achtertuin. De aankondiging zette al een beetje de toon: ‘Amstelland levert de stad melk, maar dat kost ons natuur’. Dat was echter nog kinderspel vergeleken met de boodschap van de Groninger ornitholoog en Spinozaprijswinnaar Theunis Piersma. Hij schetste ter plaatse de achteruitgang van de grutto in de afgelopen vijftig jaar, die inderdaad verontrustend is, en legde de verantwoordelijkheid daarvoor zonder enige reserve bij de ‘industriële veehouderij’ met zijn ‘monomane obsessie met exportcijfers’. Die maakt het landschap almaar saaier en minder voedselrijk voor de vogels, betoogde hij. Om de boeren naar het juiste, bloem- en kruidenrijke pad terug te dwingen stelde hij een verplichte mededeling voor op een pak reguliere melk: ‘Dit product brengt ernstige schade toe aan uw leefomgeving’. Geen woord over de krimpende oppervlakte grasland door stadsuitbreiding, wegen en industrieterreinen. Geen woord over de groeiende rol van roofdieren. En geen woord over het feit dat ook in natuurterrein zeer veel legsels van grutto’s mislukken, een verschijnsel waarvoor nog geen goede verklaring voorhanden is.

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERAPiersma ging echter verder. Te ver in mijn ogen. Niet alleen de grutto en het landschap zijn volgens hem slachtoffer van de veehouderij. Ook de Afrikaanse boer betaalt een hoge prijs – en hij kwam met het verhaal dat ik eerder die dag had gezien op de website van de Rijksuniversiteit Groningen, waaruit ik nu verder citeer. ‘Afrikaanse rijstboer lijdt honger door Nederlandse zuivel,’ staat erboven. Het betoog gaat zo: grutto’s vliegen tegenwoordig eerder terug naar Afrika, vaak al in juni of juli. Dat komt door veranderingen in de bedrijfsvoering van Nederlandse veehouders, die leiden tot voedselgebrek en mislukte legsels. De boeren in Senegal hebben in die periode hun rijst net ingezaaid en dat zaad eten de grutto’s graag op. Het gevolg is schade aan de oogst en dat is de schuld van ‘de Nederlandse zuivel’. Tot zo ver in het kort het bericht op de website, en de inleiding in Amsterdam.

Piersma en zijn collega’s moeten zich in mijn ogen schamen voor zo’n verhaal. Ze overdrijven schromelijk de gevolgen en klampen zich vast aan een zelfgekozen voorkeursverklaring:

1)    Nergens wordt waargemaakt dat er sprake van honger zou zijn. De boeren moeten volgens het bericht nu hun kiemplanten dicht bij huis zaaien om ze tegen de grutto’s te beschermen, en dat betekent ‘een enorme hoop extra werk!’. Dat is wel wat anders dan honger.

2)    De oorzaak ‘heeft alles te maken met de veranderingen in de bedrijfsvoering van de meeste Nederlandse melkveehouderijen’. Er is geen verwijzing naar onderliggend onderzoek. Piersma haalt er intussen wel factoren bij die niets met een wetenschappelijke verklaring te maken hebben, zoals de ‘saaiheid’ van het landschap (die een grutto niet pe se net zo hoeft te ervaren als een Groninger hoogleraar).

3)    Alternatieve verklaringen voor het vervroegde vertrek van de vogels, zoals klimaatverandering, zijn niet onderzocht. Toch lezen we daar in de media regelmatig over. ‘Trekvogels als de […] grutto hebben last van de sterke vervroeging van het voorjaar,’ meldde de Natuurkalender al in 2008. En: ‘Door de warme winters gaat het gras eerder groeien en worden de weilanden eerder gemaaid.’

4)    Een andere verklaring – dat de vogels niet door honger worden verdreven, maar door trek in de Afrikaanse rijst worden aangetrokken – wordt evenmin onderzocht. De rijstvelden liggen daar pas zo’n jaar of twintig, vertelde Piersma in Amsterdam, precies de periode waarin zich het probleem ontwikkelde.

5)    Er wordt niet gemeld dat ook grutto’s op natuurland veel legsels zien mislukken – wat niet wijst op schuld van de veehouderij maar juist juist in de richting van alternatieve verklaringen.

6)    Er wordt ook niet gemeld dat zeer veel legsels verloren gaan door toedoen van roofdieren zoals vossen, die onder het vigerende natuurbeleid sterk in aantal zijn toegenomen.

7)    De Senegalese boeren worden afgeschilderd als hulpeloze slachtoffers, maar dat zijn ze natuurlijk niet. De ‘afgelopen twintig jaar’ zien ze de grutto’s steeds vroeger terugkeren uit Nederland, staat er. Daardoor hebben over oplossingen na kunnen denken die het bericht trouwens ook vermeldt, zoals het laten ontkiemen van de rijst vlakbij hun woningen.

Het is ingewikkeld. Er spelen veel factoren een rol. Daar zou iedereen aan moeten denken die iets wil bijdragen aan de toekomst van de grutto in Nederland, maar een wetenschapper nog het meest van allemaal. Zijn tweede natuur zou het moeten zijn om het hoofd koel te houden en een plek te geven aan alle factoren die een rol kunnen spelen wanneer een probleem moet worden opgelost. Dat Piersma en zijn collega’s dat verzuimen en zich in plaats daarvan laten meesleuren in eendimensionaal blame-the-farmer-denken, staat ze slecht. Het werpt een schaduw over hun wetenschappelijke reputatie en de grutto’s schieten er ook niks mee op.