Een vraag stellen zonder onderwerp en persoonsvorm, en dan de gewenste actie erop laten volgen: ‘Beter gevonden worden op Google? Probeer dan vandaag Google AdWords!’ Het is een populaire manier om mensen tot iets aan te sporen. Te populair wat mij betreft. Het vlotte is er nu echt wel af.
‘Bijdragen aan het debat? Discussieer mee op Villamedia.nl!’ ‘Op de hoogte blijven van het nieuws? Abonneer je op XY nieuwsalerts!’ De journalistiek doet energiek mee. En in het schrijfvak kom je het ook al tegen: ‘Weten wat Tekstbureau Toonbeeld voor u kan betekenen? Stuur ons uw vraag…’. Als je erop gaat letten, zie je het overal. In de reclame komt de ‘Toe aan’-variant ook veel voor. ‘Toe aan een inspirerende werkomgeving?’ (Provincie Drenthe); ‘Toe aan vriendelijkheid?’ (Douwe Egberts); ‘Toe aan een goede nachtrust?’ (BVA Auctions).
Het is natuurlijk lekker kort. Een enkele keer is dat belangrijk, zoals op de matrixverkeersborden in de campagne tegen twitteren achter het stuur: ‘Social media achter het stuur? Ga naar een parkeerplek!’ Op die borden scheelt elke letter. Dat zal de reden zijn dat hier niet alleen de persoonsvorm maar de complete werkwoordsvorm is weggelaten, zoals getweet door Nina Kornaat. Dus je tast daar ook nog eens in het duister over de vraag wat die social media achter het stuur doen of wie er wat mee doet.
Meestal ontbreken alleen de woorden ‘Wilt u…’. Twee woorden. Zes tekens, en dat is niet waar je de oorlog mee wint als het om beknoptheid gaat.
Behalve kortheid kan ik verder maar twee redenen verzinnen om zo’n geamputeerde oproep te plaatsen. De ene is dat je vlot wil klinken. Lekker vertrouwd, zo in de geest van ‘wij begrijpen elkaar wel’. Maar als het al ooit zo heeft gewerkt, dan is het effect daarvan nu wel uitgewerkt. Nu, na honderden varianten in alle uithoeken van het openbare leven, is het meer zo dat je de indruk wekt dat je graag vlot wil zijn. Alleen, als je te graag vlot wil zijn, ben je het meestal juist niet.
De tweede reden is nog slechter: je durft niet te kiezen of je je doelgroep aanspreekt met u of jij. Dan lijk je een beetje op de jongeman die niet weet of hij zijn schoonmoeder al mag tutoyeren – ‘eh… wil… nog een kopje thee?’ – en het ook niet durft te vragen. Fout! Weet tot wie je je richt, en spreek die groep ook aan zodat hij zich herkent. Gebruik gewoon goed Nederlands en probeer al helemaal niet om de joviale peer uit te hangen in andere talen want dan kan je met hoon worden overladen zoals de bedenker van de aansporing in de Amsterdamse trams: ‘Leaving the vehicle? Don’t forget to check out…’.