Wat beweegt iemand om in een nieuwsbericht vrijwillig vreemde, huiveringwekkende woorden te gebruiken in plaats van gewone? Waarom schrijft zo iemand dat zijn afdeling op het werk een ‘eigenstandige eenheid’ is? Ik vroeg het me dezer dagen af toen ik een bericht las over de opheffing van Innovatie Agro & Natuur, het voormalige Innovatienetwerk.
‘Het cluster Innovatie Agro & Natuur is met ingang van 4 juli 2016 niet meer actief als eigenstandige eenheid,’ staat er. Niet meer actief… dus het cluster is in de slaapstand gezet, zodat het ieder moment weer tot leven kan worden gewekt? Of misschien is het juist wel heel actief, maar alleen niet eigenstandig? En wat is eigenlijk eigenstandig? Wordt er bedoeld ‘zelfstandig’? Ik twijfel. De auteur van het bericht heeft die ochtend vast niet tegen zijn puberkinderen gezegd dat ze over een tijdje eigenstandig moeten gaan wonen, of tegen zijn partner dat hij overweegt zich als eigenstandig persberichtenschrijver te vestigen. Ze zouden hem hebben uitgelachen.
Van Dale online kent het woord niet eens. En terecht, als ik het mag zeggen. Het is een overbodig woord, alleen goed voor het wekken van allerlei onheldere suggesties. De printversie van het woordenboek kent het overigens wel en geeft inderdaad ‘zelfstandig’ als betekenis – een woord waarvan iedereen weet wat ermee wordt bedoeld. Tien jaar geleden gaf hetzelfde naslagwerk nog ‘van eigen bodem’ als betekenis, volgens een vermakelijk taalblog over de woordkunst van toenmalig politicus Wouter Bos.
Dat bedoel ik nou. Je gebruikt een woord dat net iets afwijkt van het algemeen gangbare begrip en wekt daardoor de indruk dat je ook net iets anders bedoelt – maar wat, dat weet de lezer niet. En dan is er ook nog een weliswaar weinig gangbare maar destijds toch erkende oudere betekenis. De ontvanger van jouw boodschap kan dus minstens drie verschillende kanten op en krijgt ook nog eens het gevoel dat hij dom is omdat hij niet weet welke hij moet kiezen.
Dus waarom gebruikt iemand nou zo’n woord? Is ‘zelfstandig’ sleets geworden, of heeft het ongewenste bijbetekenissen gekregen? Is het niet meer politiek correct? Is het te smal, of te breed van betekenis? Niets van dat al lijkt mij aan de hand te zijn. En dan die formulering ‘niet meer actief als eigenstandige eenheid’. Wil de schrijver laten zien dat hij een originele, zeg maar eigenstandige geest heeft: ‘Kijk eens, ik ben niet de eerste de beste want ik gebruik niet zomaar allerlei alledaagse termen’? Dat is in elk geval goed gelukt, want deze cryptogram-achtige woordenreeks krijgt in Google maar zes hits, allemaal afkomstig van dit bericht, terwijl het woord ‘opgeheven’ er 2,2 miljoen oplevert.
Maar er is nog een andere, heel aannemelijke drijfveer: angst om iets verkeerd te doen en daar later op te worden afgerekend. Zou de auteur hebben gezegd, ‘de eenheid is opgeheven’, dan had hem of haar het verwijt kunnen treffen, de indruk te wekken dat het werk van die eenheid overbodig was en de medewerkers ontslagen.
‘Nee joh,’ kan hij daar nu tegenin brengen, ‘ik heb alleen maar gezegd dat jullie niet meer actief zijn.’
‘Hoezo niet meer actief?’
‘Nou, als eigenstandige eenheid’.
‘Wat? Bedoel je dat ik niet zelfstandig mijn werk kan doen?’
‘Heus niet, ik heb geschreven ‘eigenstandig’ en dat is heel wat anders’.
De maker van het bericht heeft zichzelf dus een heel klein stukje verheven en zich tegelijk ingedekt tegen eventuele kritiek. Maar wij zitten met de gebakken peren. Wij voelen ons een beetje sukkelig en tasten in het duister over wat er nou eigenlijk is gebeurd. Bestaat die cluster nou wel of niet meer en zo ja, naar wie z’n pijpen dansen ze dan nu?
Als het aan de berichtenschrijver ligt zullen we er nooit achter komen.