Publieksvriendelijke uitgave met het strategisch vierjarenplan van Wageningen Universiteit en Research. Drie achtereenvolgende versies.
tekst (2007-2010) en eindredactie (2011-2014 en 2015-2018)
Publieksvriendelijke uitgave met het strategisch vierjarenplan van Wageningen Universiteit en Research. Drie achtereenvolgende versies.
tekst (2007-2010) en eindredactie (2011-2014 en 2015-2018)
Visie van Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard op de toekomstige ontwikkeling van woonbehoeften in de vijf deelnemende gemeenten.
tekst en eindredactie
Advies van de Raad voor het Landelijk Gebied over de toekomst van het landelijk gebied, 2009
bijdragen en redactie
Rapportage van maatschappelijke dialoog o.l.v. Hans Alders, 2011
discussieverslag en eindredactie
Meerjarenvisie van Topsector Agro&Food, 2015
eindredactie
Hoe in samenhang te beslissen over de gezondheid van mensen en dieren, zienswijze van de Raad voor Dierenaangelegenheden, 2015
tekst, eindredactie en productie
‘Apolitieke slogans doen het goed,’ schreef ik in mijn weblog van 19 maart 2014. Ik had studie gemaakt van de leuzen van de partijen in de gemeenteraadsverkiezingen van dat jaar. Veel is er niet veranderd, kan ik zeggen nu ik dat onderzoekje nog eens over heb gedaan. Destijds kreeg ik veel leuke reacties en foto’s van mensen die mijn ‘database’ wilden helpen uitbreiden. Deze keer heb ik er echt om gevraagd. Het moest een stukje citizen science worden. Dat is heel aardig gelukt, maar die slogans – daar valt nog een wereld te winnen.
Verkiezingsposters zijn een belangrijke manier om aan de kiezers duidelijk te maken waar je als partij heen wil. Je hebt het plaatselijke sufferdje en misschien de stemwijzer als kanalen, maar aan die verkiezingsborden langs de weg valt voor een gewone burger die wel eens buiten komt niet te ontkomen. Ik deed dus een beroep op mijn netwerk: ‘Stuur mij je foto van een verkiezingsbord!’. Eens kijken of we met citizen data een mooie steekproef bij elkaar konden harken. Er kwamen inzendingen uit een kleine 65 gemeentes, met in totaal 580 posters. Dank daarvoor, aan alle inzenders! De Randstad was flink oververtegenwoordigd maar vooruit, daar wonen en werken ook meer mensen en het was tenslotte maar een verkenning.
Eén conclusie kon ik al vrij snel trekken. In overgrote meerderheid bleken de verkiezingsposters helemaal niets te melden over plaatselijke kwesties. Je kon turven: wel of geen leus op de poster, wel of niet een verwijzing naar de plaats zoals het woord ‘lokaal’ of de plaatsnaam. Maar het aantal posters met een leus over een politieke kwestie bleek te verwaarlozen. Ik kwam tot 27, dat is 4,5% en dan tel ik toch een beetje vage leuzen mee als ‘Meer geld voor mantelzorgers’ en ‘Sneller bouwen voor jong en oud’.
– Van belangstelling voor plaatselijke politiek blijkt niets
50Plus en de PVV maken het bont, maar ook grotere partijen zoals D66, Groen Links. Zij vinden hun naam blijkbaar genoeg en zetten verder niets op hun posters. De partijnaam zal het werk wel doen, dachten ze misschien: Krol, Wilders, Pechtold en Klaver halen de stemmen wel binnen. Belangstelling voor de plaatselijke politiek blijkt er niet uit. Een variant op die schreeuwende leegte treffen we bij de SP. Deze partij, die er toch prat op gaat geworteld te zijn in de wijken en de buurten, heeft werkelijk niet één leus voortgebracht die daar blijk van geeft. Ze volstaat bijna overal met ‘Voor elkaar!’, een enkele keer aangevuld met coördinaten: ‘Voor jezelf, voor elkaar, voor Enschede!’.
De Christenunie gaat weer een stap verder. Hier is de tekst overgelaten aan de plaatselijke besturen. Dat leverde een keur aan inspirerende leuzen op zonder één syllabe over gemeentelijke problemen of oplossingen. ‘Samen waardevol’, ‘Kies voor de ander’ en ‘Geef geloof een stem’ bijvoorbeeld. Ook het CDA zit op deze lijn, met soortgelijke leuzen, maar in die partij wordt toch vaker naar een plaatselijke verwijzing gegrepen. Dat is dan meestal de plaatsnaam – toch een soort erkenning dàt men in een gemeentelijke omgeving opereert. De uitzondering, niet alleen binnen het CDA maar binnen het hele verkiezingscircus, was het CDA in Amsterdam met een keiharde politieke wens: ‘Stop erfpacht!’. Het kan dus wel.
– ‘Aan de slag voor Zwartewaterland!’
In dit armoedige spectrum is dus het noemen van de plaatsnaam een van de aanwijzingen die we kunnen krijgen dat een partij weet dat ze met gemeentelijke verkiezingen bezig is. Naast het CDA zie je dat veel bij PvdA en VVD. Beide hebben een soort landelijk motto waaraan het plaatselijk bestuur een leus mag toevoegen. Bij de VVD is het ‘Gewoon doen’, waarschijnlijk om de associatie op te roepen met de premier van die partij die alweer zo’n acht jaar het regeringsbeleid ‘doet’. Daarachter volgt dan een verwijzing naar de plaats, zoals ‘Aan de slag voor Zwartewaterland!’ En bij de sociaaldemocraten is het landelijke thema ‘zekerheid’ soms op wat wanhopige wijze vervlochten met de plaatselijke creativiteit, vaak inclusief plaatsnaam: ‘Zeker zijn van een sociaal Elburg’ of ‘Zeker zijn van Utrecht voor iedereen’.
Een tweede veelvoorkomende aanpak is het beroep op de lokale trots. Vooral lokale partijen gebruiken hun leus vaak om zich af te zetten tegen de landelijke partijen, die niet in stad of dorp geworteld zijn: ‘Vertrouwd, sociaal, lokaal’ (Burgerbelangen Simpelveld, Harlinger Belang) of ‘Aanspreekbaar, betrouwbaar, consistent’ (Lokaal Wassenaar). Andere lokale partijen spelen expliciet de plaatselijke kaart, zoals in ‘Hart voor Den Haag’ (Groep de Mos), ‘Een Schiedam van, voor en door Schiedammers’ (SLV) en ‘Thuis in Tilburg’ (Optimistisch Politiek Actief). Ook de landelijke partijen noemen vaak de plaatsnaam als signaal dat ze toch echt wel weten waar ze aan het plakken zijn.
-Angst en schaapachtigheid regeren
Kort en goed: bijna driekwart van de verkiezingsposters heeft niets te zeggen dat met de gemeente te maken heeft. En ruim een kwart zegt wel iets over de gemeente maar in de meeste gevallen is dat alleen de naam. Hoe komt het nu dat al die partijen, wanneer ze aandacht kunnen krijgen voor iets wat ze willen, die kans domweg voorbij laten gaan? Angst, schaapachtigheid of een combinatie van die twee, denk ik. Angst: wanneer je iets roept waar je voor of tegen bent, kan je kiezers verliezen die daar anders over denken. Schaapachtigheid: het partijbestuur stuurt vanuit het hoofdkwartier een stapel posters of een oekaze over de leus die dit jaar aan de beurt is, en dat doe je dan maar – als bij toverslag de plaatselijke kwesties vergetend waar je je sterk voor dacht te maken. Begrijpelijk misschien, maar dom en jammer. Dom omdat je zonder heldere leus weliswaar niemand afstaat maar ook niemand aantrekt. Jammer omdat je voedsel geeft aan het idee dat gemeentepolitiek niks voorstelt – vriendjespolitiek! – en dat de partijen toch allemaal hetzelfde zijn.
– Doe een voorstel!
Er valt dus nog een wereld te winnen aan duidelijkheid, èn aan kiezers. Partijafdelingen, kom de volgende keer met een standpunt. Of met drie of vijf voorstellen, op elke poster een andere. Het kan (zie foto)! Zeg dat je iets niet wil, of liever nog dat je iets wel wil! Doe een voorstel. Je maakt de verkiezingen er interessanter mee, en je schraagt de gedachte dat de plaatselijke politiek eh… iets voorstelt.
Volgende keer: wat willen de partijen dan wèl zeggen?
Leuzen die iets voorstellen
|
Geïntegreerde jaarverslagen van het ministerie van LNV 2006, 2007, 2008
tekst